Home

Ik weet een vogel wonen

 

Ik weet een vogel wonen, pi-pi-kwie, pi-pi-kwie
'k Zal U zijn nestje tonen, pi-pi-kwie, 't san-san-ra-bi-bie
Hij woont daar ginder langs de straat,
Het is mijn kameraad.
Pi-pi-kwie, pi-pi-kwie, pi-pi-kwie
’t San-san-ra-bi-bie, ra-bi-bie-’t san-san!
Pi-pi-kwie, pi-pi-kwie, pi-pi-kwie,
’t San-san-ra-bi-bie, ra-bi-bie, ra-bi-bie!

Daar zag ik hem vergaren, pi-pi-kwie, pi-pi-kwie
de strooikens en de blaren, pi-pi-kwie, 't san-san-ra-bi-bie
Met ted’re zorgen tot op ’t lest
Volbouwd was ’t liefdesnest
Pi-pi-kwie …

Nu zie ‘k een tweede vogel, pi-pi-kwie, pi-pi-kwie
Een blondgepluimde vogel, pi-pi-kwie, 't san-san-ra-bi-bie
Hij springt en wipt er in en uit
Het is de lieve bruid
Pi-pi-kwie …

En ‘k luister met verlangen, pi-pi-kwie, pi-pi-kwie
Naar ’t schoonste der gezangen, pi-pi-kwie, 't san-san-ra-bi-bie
Dat rond het nest ten hemel stijgt:
De nacht’gaal zelve zwijgt
Pi-pi-kwie…

Met ingehouden schreden, pi-pi-kwie, pi-pi-kwie
Ben ik voorbij getreden, pi-pi-kwie, 't san-san-ra-bi-bie
Want vogelkens zo pas gehuwd,
Zijn toch zo gauw verschuwd
Pi-pi-kwie …

Nederlands volkswijsje