Aan de schouder het geweer, het geweer, het geweer
Op de hoed een gemzenveer, gemzenveer, gemzenveer
Gaan we samen op de jacht, op de jacht, op de jacht
Zien we 'n haasje onverwacht, onverwacht, onverwacht
Dan weerklinkt het keer op keer: Pief, paf, poef!
Laat de jachthoorn lustig schallen
En de vreugdeschoten knallen.
Ha-di-lee, ha-di-lo!
Ha-di-lee, ha-di-lo!
Daar zijn weer die schone dagen
Dat we in bos en veld gaan jagen
Ha-di-lee, ha-li, ha-lo, ha-li-lo
Geen konijn ontkomt zijn lot
Door ons meesterlijke schot ... Boem!
Laat ons door de velden sjokken
Ook al schieten we slechts bokken
Ha-di-lee, ha-li, ha-lo, ha-li-lo
Schieten wij een keertje mis, keertje mis, keertje mis
Iets wat ook zo erg niet is, erg niet is, erg niet is
Schieten wij een and're keer, and're keer, and're keer
Weer een extra haasje neer, haasje neer, haasje neer
Aan de schouder het geweer! Pief, paf, poef!
Laat de jachthoorn lustig schallen
En de vreugdeschoten knallen.
Ha-di-lee, ha-di-lo!
Ha-di-lee, ha-di-lo!
Daar zijn weer die schone dagen
Dat we in bos en veld gaan jagen
Ha-di-lee, ha-li, ha-lo, ha-li-lo
Geen konijn ontkomt zijn lot
Door ons meesterlijke schot ... Boem!
Laat ons door de velden sjokken
Ook al schieten we slecht bokken
Ha-di-lee, ha-li, ha-lo, ha-li-lo
B. Bleyenberg / H. Lang