Jan de mulder, met zijnen leeren kulder
en zijn leeren broekjen aan
Zoude zo geren, zonder lanteren
zoude zo geren te vrijen gaan
Hier is het vlees en daar is het vis
en daar is het Mannekenpis
Vlees ende vis, Mannekenpis
en daar is den vogel die bedriegelijk is
Jan de mulder, met zijnen leeren kulder
en zijn leeren broekjen aan
Zoude zo geren, zonder lanteren
zoude zo geren te vrijen gaan
Daar is de zon en daar is de maan
en daar is den kraaiende haan
Zon ende maan, kraaiende haan
en daar is den vogel die bedriegelijk is
Jan de mulder, met zijnen leeren kulder
en zijn leeren broekjen aan
Zoude zo geren, zonder lanteren
zoude zo geren te vrijen gaan
Daar is het glas en daar is de kan
en daar is den dronken Jan
Glas ende kan, dronken Jan
en daar is den vogel die bedriegelijk is
Jan de mulder, met zijnen leeren kulder
en zijn leeren broekjen aan
Zoude zo geren, zonder lanteren
zoude zo geren te vrijen gaan
Daar is den hond en daar is de kat
en daar is d' Oostindische rat
Hond ende kat,Indische kat
en daar is den vogel die bedriegelijk is
Jan de mulder, met zijnen leeren kulder
en zijn leeren broekjen aan
Zoude zo geren, zonder lanteren
zoude zo geren te vrijen gaan
Tekst en melodie uit De Coussemaker, Chants populaires des Flamands de France, 1856