Home

Kikkertje

Het was een mooie zomerdag van bloemen en van zon
Een kikkertje zat in een plas en kwaakte wat hij kon
En kwaakte wat hij kon
Kwak kwak! Kwak kwak! Kwak kwak!

Maar daar kwam langbeen ooievaar, die zocht een fijn diner
Hij had een hele grote maag en honger voor wel twee
En honger voor wel twee
O wee! O wee! O wee!

Hij zag de kleine kikker dik, sloop heel stil, stap voor stap
En deed toen met zijn rode bek een vrees’lijk grote hap
Een vrees’lijk grote hap
Hap hap! Hap hap! Hap hap!

Maar hoe hij hapte, hij ving niets dan water in zijn snuit
Want kikker dik zat al in het riet en zong en lachte luid
En zong en lachte luid
Sliep uit! Sliep uit! Sliep uit!

H. Poort / H. te Wechel