Drie kind'ren gingen, hand in hand
Eens aren lezen op het land
Maar toen de avond was gedaald
zijn z'in de dui---sternis verdwaald
Een slager had zijn licht nog aan ---
Daar zijn ze schuchter heengegaan
Drie kind'ren gingen, hand in hand
Eens aren lezen op het land
Ze vroegen aan de slager, zacht
Een toevlucht voor de koude nacht
Komt binnen, lieve kind'ren, zie
In 't bed daar is wel plaats voor drie!
Drie kind'ren gingen, hand in hand
Eens aren lezen op het land
Maar nauwelijks in bed gebracht
Heeft hij ze één voor één geslacht
Waarna hij ze in stukjes sneed
En in een vat met pekel deed
Drie kind'ren gingen, hand in hand
Eens aren lezen op het land
Sint Nicolaas, na zeven jaar
Kwam eens voorbij
die slager daar
Hij klopte aande deur, heel zacht
En vroeg een toevlucht voor de nacht
Drie kind'ren gingen, hand in hand
Eens aren lezen op het land
Kom binnen, Sint Niklaas en zie:
In 't bed daar is wel plaats voor drie!
Na dit zo rond en gul onthaal
Vroeg Sint Niklaas zijn avondmaal
Drie kind'ren gingen, hand in hand
Eens aren lezen op het land
Geef het gepekeld vlees me, dat
Reeds zeven jaar ligt in dat vat!
Nauw' had de slager dat gehoord
Of hij verschrok en vluchtte voort
Drie kind'ren gingen, hand in hand
Eens aren lezen op het land
O, vlucht niet slager, toon berouw
Vergeving schenkt dan God, vertrouw
Sint Nicolaas liep naar het vat
Ging zitten op de rand, en bad
Drie kind'ren gingen, hand in hand
Eens aren lezen op het land
Kom, lieve kinderen, ontwaak!
Sint Niklaas wekt u uit de vaak!
Drie vingers hij geheven had
De kind'ren stegen uit het vat
Drie kind'ren gingen, hand in hand
Eens aren lezen op het land
De eerste zei: Wat sliep ik zacht
De tweede: Mooi gedroomd, vannacht
De derde: Is de nacht al om?
't Is of ik uit de hemel kom!
Drie kind'ren gingen, hand in hand
Eens aren lezen op het land
Franse ballade uit de 17de eeuw, bewerkt door H. de Vos