Lig je in je warme bed nog,
word je door de slaap verkwikt,
Rinkelt plotseling je wekker,
waarvan je dan wakker schrikt;
Zet dan met opgewekte zin,
de nieuwe dag weer in.
Als het zonnetje schijnt door je venstergordijn
En ’t haantje kraait ku-kle-kuh!
Loopt je trouwe wekker af, komt je storen in je maf
Dan begint weer ’n nieuwe dag.
Spring vrolijk uit de veren, schiet vrolijk in je kleren,
Als ’t zonnetje schijnt door je venstergordijn
En ’t haantje kraait ku-kle-kuh,
Begroet dan met ’n lied en ’n vrolijke lach
de nieuwe dag.
Mopper nimmer bij het opstaan,
want dat helpt je toch geen zier,
Je moet altijd maar bedenken,
’t weerzien geeft ook zijn plezier;
Zeg daarom als je ’t bed verlaat:
“Tot vanavond, kameraad!”
Als het zonnetje schijnt ...