Ik pakte dat Marleentje al bij der hand,
Marleentje Marleentje vond het plezant,
Ze liet zich leiden
langs groene weiden.
Och, wat zijn er toch meisjes in 't land !
Als mijn Marleentje, Marleentje, Marleentje,
Zo is er maar eentje, zo is er maar eentje
Ik kuste dat Marleentje op haren mond:
Marleentje, Marleentje vond dat gezond.
Ze zou niet geren,
zich tegen weren.
Och, wat lopen er meisjes hier rond !
Als mijn Marleentje, Marleentje, Marleentje
Zo is er maar eentje, zo is er maar eentje
Ik trouwde met Marleentje niet lang nadien,
Marleentje, Marleentje werd geern gezien.
Dra zong mijn vrouwken,
een drouwrie douwken.
Ja, er zijn er veel schoner misschien,
Als mijn Marleentje, Marleentje, Marleentje,
Zo is er maar eentje, zo is er maar eentje
Ik wilde dat Marleentje niet sterven kon,
Marleentje, Marleentje is mijne zon.
Want viel ik zonder,
ik ging ten onder.
Geen meisje, wie ik mijn harte meer jon
Als mijn Marleentje, Marleentje, Marleentje,
Zo is er maar eentje, zo is er maar eentje
Willem Gijssels / Emiel Hullebroeck