Mocht ik, o zwaantje eens nevens u baden
Als gij zo lobberend zwiert langs het strand
‘k Zou dan mijn krielende zieltje verzaden
En zo verdrinken mijn hevige brand
Zwanelijn, zwanelijn, keer u niet af
Sluit doch uw vleugeltjes, wees niet te straf
Zwier met uw dertele roeiertjes om
En heet mij vriendelijk wellekom.
Waartoe verheft gij uw vliegende wapen
En breekt de gollefjes door uwe vlucht
Denkt gij niet, wie u zou mogen betrapen
Op vreemde stromen en scheutvrije lucht
Zwanelijn, zwanelijn, keer u niet af
Sluit doch uw vleugeltjes, wees niet te straf
Zwier met uw dertele roeiertjes om
En heet mij vriendelijk wellekom.
Nu zal ik zwaantje zo liefelijk prijzen
‘k Heb schone vedertjes van hare gonst
Des zal mijn zieltje haar liefde bewijzen
Rijmen en zingen en tonen haar konst
Zwanelijn, zwanelijn, stel u gerust
Zwier met uw vleugeltjes waar het u lust
Kittel uw zieltje in safte geneugt
En zwem zo henen in vrolijke vreugd