Naar Oostland wil ik varen
Daar woont er mijn zoetelief
Over bergen en over dalen
Fris over die heiden
Daar woont er mijn zoetelief
De zon is onder gegangen
De sterren blinken zo klaar
Ik wou dat ik met mijn liefste
Fris over die heiden
In enen boomgaardje waar
De boomgaard is gesloten
En daar mag niemand in
Dan de fiere nachtegale
Fris over die heiden
Die vliegt er van boven in
Wij zullen de nachtegaal bonden
Dat hoofje al aan zijn voet
Dat hij geen meer zal klappen
Fris over die heiden
Die vliegt er van boven in
Al hebt gij mij dan gebonden
Mijn hertjes is mijnder gezond
Ik kan nog evenwel klappen
Fris over die heiden
Wat twee zoete liefjens doen
Oud-Nederlands volkslied