Als de lente is gekomen met haar rijke bloemenpracht
’t Nieuwe leven gaat ontwaken en de zon je tegenlacht
Hoor ik in de hogen bomen in de struiken en het riet
Blijde zang vol jubeltonen, ’t schone nachtegalenlied
Hoor daarginds de nachtegaal
Fluiten in het riet
Luister naar die vogeltaal
Helder klinkt dat lied
Dan paart zich melodie aan woord
Dan reien klanken tot akkoord
Dan paart zich melodie aan woord
Dan reien klanken tot akkoord
Nachtegaal, o nachtegaal!
Hoe zuiver is je toon
Nachtegaal, o nachtegaal
Wat zing je wonderschoon!
Als de eerste zonnestralen vreugde brengen over ’t land
En de dauw als gouden parels ligt gespreid op elke plant
Word ik telkens aangegrepen door het lied der nachtegaal
Voel ik mij vol blijde vreugde door die wonderschone taal
Hoor daarginds de nachtegaal ...
In de schemer van de avond, als de eerste ster verschijnt
En de zonneglans heel langzaam aan de horizon verdwijnt
Zingt nog steeds de mooiste zanger van het grote vogelkoor
En dan moet ik ook gaan zingen, overal waar ik hem hoor.
Hoor daarginds de nachtegaal ...
Br. Majella / Br. Laetantius