Mijn vader had tien schapen, die ik bewaken zou
Mijn vader had tien schapen, die ik bewaken zou
Toen kwam de wolf geslopen,
Die vrat er vijf van op.
O dappere Pieter
'k Ga met jou, met jou, met jou
O dappere Pieter
'k Ga met jou alleen.
Daar kwam een net meneertje, die gaf ze mij weerom
Daar kwam een net meneertje, die gaf ze mij weerom
"Meneer mag ik u danken?
De wol, die is voor u."
O dappere Pieter
'k Ga met jou, met jou, met jou
O dappere Pieter
'k Ga met jou alleen.
"De wol die kun je houden, ik vraag wel om een gunst."
"De wol die kun je houden, ik vraag wel om een gunst."
"Mijn gunst kunt u niet krijgen,
Die is alleen voor Piet."
O dappere Pieter
'k Ga met jou, met jou, met jou
O dappere Pieter
'k Ga met jou alleen.