Home

Schoon jonkvrouw, ik moet u klagen

 
Schoon jonkvrouw, ik moet u klagen dat ik ben doorwond
En ik moet groot lijden dragen om uw rooden mond
Moest ik uwe liefde derven en uw klaar aanschijn
Zo zal ik in rouwe sterven en van smert en pijn

In mijn hart stond gij geschreven toen ik u eerst zag
Goed en bloed en heel mijn leven al wat ik vermag
Zal ik, lief, door u verkoren stellen tot een pand
Laat uw dienaar niet verloren maar bied hem de hand

Liefste mocht ik bij u komen op uw kamerkijn
En u spreken zonder schromen, alderliefste mijn
Dan zo hoop ik te verkrijgen, uwe gratie goed
Laat ons zaam tewijl bedrijven alle vreugde zoet

Tekst uit een liedboek, ca. 1635
Melodie uit Salamonem Theodorum, Het paradijs der geestelijke ende kerkelijke lofsangen, 1621