Home

Treurmars

 

Onsterflijke strijders, verzonken in nacht
Hier staan wij en rouwen, het toekomstgeslacht
Gij stierf in de kamp voor de zwakke genoot
Hoe bitter en scherp is de smart om uw dood
Doch eenmaal als mensheid zich zelve verstaat
En al ons verlangen vervuld en verzaad
Dan zullen wij konden uw grootheid en kracht
Op ’t altaar der vrijheid ten offer gebracht

Gevallen zijt gij in de bloedige strijd
Als offers van moordzucht en laster en nijd
Wat vraagt gij naar vreugden en ’t eigene heil
Voor ’t lijdende volk had het leven gij veil
Wie weet al uw wonden, uw smaad en uw klacht
De wanden der kerkers zijn stom als de nacht
Een graf in de aarde, een kuil in de grond
De keten, de keten, klonk ver in het rond

In pronkvolle zaal banketteert de tiran
Zijn onrust in wijnroes verstekend
Doch hoog aan de wand schrijft een vlammende hand
Zijn dreigende, bloedrode tekens
Het volk rekt de leden, genoeg thans geduld
Wee, wee den verdrukker, zijn uur is vervuld
Doch liefde zingt rond van geslacht tot geslacht
Het lied van de strijders, verzonken in nacht

M. Vos, naar een Russisch lied