Er ligt tussen Dinkel en Regge een land
Ons schone en nijvere Twente
Het land van de arbeid het land der natuur
Het steeds onvolprezene Twente.
Daar golft op de essen het goudgele graan
Doet 't snelvlietend beekje het molenrad gaan
daar ligt er de heide in 't paarsrode kleed
Dat is 't ons zo dierbare Twente!
Dat is 't ons zo dierbare Twente!
Waar Twickel zijn torens uit eikeloof heft
De Lutte zijn heuvels doet blinken
De paasvuren branden alom nog in 't rond
En 't landvolk de Kersthoorn laat klinken.
Daar stroomt onze Dinkel zo heerlijk door 't land
door bossen en velden, door 't Losserse zand.
Daar rust er ons oog van der heuvelen top
Op 't heerlijke landschap, ons Twente!
Op 't heerlijke landschap, ons Twente!
En voert ons het lot ook uit Twente soms weg
Wij blijven het immer gedenken.
Geen andere landstreek, hoe schoon ze ook zij,
Kan 't zelfde als Twente ons schenken.
We drukken elkaar in de vreemde de hand
gedenken ons klein maar zo dierbare land
En moge ons huis in de vreemde ook staan
Ons hart blijft toch altijd in Twente!
Ons hart blijft toch altijd in Twente!
J.J. Deinse / M. Eberwein