Wij komen alle drie uit vreemde landen
Uit Oriënten door een ster geleid
Vieren uwe macht en kussen uwe handen
Groeten met ootmoed uw majesteit
‘k Wense dat u God zoude voorspoed geven
En lange laten leven ons zaligheid
Dit nieuw geboren kind, de vorst der joden
Hoe groot is zijne macht en zijn gebied
Dat de hemel zelf zendt sterren ons voorboden
Die ons metterspoed tot hem ontbied
Wij zullen hem dan met gebogen leden
Giften met gebeden geven die gij ziet