Wij willen vanavond vrolijk zijn
En drinken den koelen Rijnsen wijn
Als ’t windje waait, als ’t windje waait
Wij willen niet scheiden, wij willen nog beiden
Tot het haantje kraait
Als ’t windje waait, als ’t windje waait
Wij willen niet scheiden, wij willen nog beiden
Tot het haantje kraait
Nu willen wij hebben frissen moed
Verteren een weinig van ons goed
Als ’t windje waait, als ’t windje waait
Wij willen niet scheiden, wij willen nog beiden
Tot het haantje kraait
Als ’t windje waait, als ’t windje waait
Wij willen niet scheiden, wij willen nog beiden
Tot het haantje kraait
Och, had ik vijfentwintig bedden
Te Mei wou ‘k er geen veertje van hebben
Als ’t windje waait, als ’t windje waait
Wij willen niet scheiden, wij willen nog beiden
Tot het haantje kraait
Als ’t windje waait, als ’t windje waait
Wij willen niet scheiden, wij willen nog beiden
Tot het haantje kraait
Had ik mij liefje in mijn arm
Ware zij koud, ik maakte haar warm
Als ’t windje waait, als ’t windje waait
Wij willen niet scheiden, wij willen nog beiden
Tot het haantje kraait
Als ’t windje waait, als ’t windje waait
Wij willen niet scheiden, wij willen nog beiden
Tot het haantje kraait