Zie de leliën op het veld
Zie, hoe schoon zij bloeien
Wie doet haar, van zorgen vrij
Daar zo heerlijk groeien?
Wie gaf haar die stille pracht?
Wie dat kleed zo rein en zacht
Zonder zijns gelijke, zonder zijns gelijke?
God, de heer, riep u uit d’aard
Doet zo blij u tieren
Hij gaf u dat schone kleed
Dat gij d’aard zoudt sieren
Dat gij ons bij zorg en smart
Met een stil gelovig hart
Leert op hem vertrouwen, leert op hem vertrouwen
O, verblijd u dan mijn hart
Werp op Hem uw zorgen
Die na droeve winternacht
Roept de lentemorgen
O, vertrouw in lief en leed
Die de bloemen niet vergeet
Is ook mij een vader, is ook mij een vader