Deftig in ’t fluwelen pak
Op zijn rug een grote zak
Met een tronie zwart als roet
En een ketting aan zijn voet
Mantel, kuitbroeken baret
Dat is Pietermans portret
Woont een deugniet in de buurt
Gauw wordt Piet erheen gestuurd
Aak’lig grijnst zijn brede mond
Woedend kijkt hij in het rond
En hij stopt met groot gemak
Onze rakker in de zak !
Komt hij op een kinderfeest
Wees dan niet voor Piet bevreesd
Vriend’lijk lacht zijn rode mond
Leuke knikjes deelt hij rond
Open gaat de zak ! De buit …
Strooit hij voor je voeten uit
Tekst: A.J.W. Brugman